"Frutos" is een zelfstandig naamwoord en is het meervoud van "fruto", wat "vrucht" betekent.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ˈfɾutos/
"Frutos" vertaalt naar "vruchten" in het Nederlands.
In het Spaans verwijst "frutos" naar de vruchten van planten, of meer algemeen naar de resultaten of opbrengsten van een actie. Het woord wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven context. De frequentie van gebruik is relatief hoog, vooral in agrarische of botanische discussies, maar ook in metaforische zin waar het verwijst naar de resultaten van inspanningen.
De vruchten van deze boom zijn heel zoet en voedzaam.
Es importante cosechar los frutos en el momento adecuado.
Het woord "frutos" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:
We plukken de vruchten van ons werk.
Con el esfuerzo, vendrán los buenos frutos.
Met inspanning zullen de goede vruchten komen.
No siempre se ven los frutos inmediatamente.
Je ziet niet altijd meteen de vruchten.
Los frutos de la educación son evidentes.
Het woord "fruto" komt van het Latijnse "fructus", wat "vrucht" of "opbrengst" betekent. Het heeft zijn weg gevonden in verschillende Romaanse talen, waaronder het Spaans.
Synoniemen: - "Fruta" (vrucht) - "Producción" (productie)
Antoniemen: - Er zijn geen directe antoniemen voor "frutos", aangezien het een specifiek begrip van 'vruchten' of 'resultaten' betreft. In een bredere zin kan "estéril" (in de zin van onvruchtbaar) soms als antoniem worden beschouwd in een metaforische context.