'gajo' is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van 'gajo' in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is [ˈɡaxo].
Het woord 'gajo' kan worden vertaald naar het Nederlands als 'gast', 'typetje', of in informele contexten kan het ook worden aangeduid als 'vent' of 'kerel'. De exacte vertaling kan variëren afhankelijk van de context.
In het Spaans wordt 'gajo' vaak gebruikt om te verwijzen naar een persoon, vaak met een informele of soms zelfs minachtende ondertoon. Het kan ook letterlijk 'gast' betekenen, maar in colloquiale taal duidt het meer op een karakter of type persoon. De gebruiksfrequentie is redelijk hoog in informele gesprekken en minder frequent in geschreven teksten. Het woord wordt voornamelijk in de mondelinge spraak gebruikt.
El gajo que vino a la fiesta era muy divertido.
De gast die naar het feest kwam, was erg leuk.
No me gustó el gajo que conocí en la tienda.
Ik vond de kerel die ik in de winkel ontmoette niet leuk.
Het woord 'gajo' verschijnt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans, vaak informeel of zelfs als een typering van iemand of iets.
"Ese gajo no sabe de qué va la vida."
Die kerel weet niet waar het in het leven om draait.
"No seas gajo y ayúdame con esto."
Wees geen sul en help me hiermee.
"Siempre hay un gajo en cada grupo."
Er is altijd een typetje in elke groep.
"El gajo se cree el más importante."
Die gast denkt dat hij de belangrijkste is.
Het woord 'gajo' komt van het Latijnse woord 'gagium', wat 'druif' of 'stuk' betekent. De transformatie naar de huidige betekenis kan verband houden met de associatie van het woord met losse verwanten of delen.
Synoniemen: - Tipo - Persona - Individuo
Antoniemen: - Señor (heer, in een formele context) - Dama (dame)
Het gebruik van 'gajo' in het Spaans laat zien hoe taal zich ontwikkelt binnen sociale contexten en informele communicatiestijlen.