"Galleta" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "galleta" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ɡaˈje.ta/.
De vertalingen van "galleta" in het Nederlands zijn: - koekje - biscuit
In het Spaans verwijst "galleta" naar een verschillende soorten zoete of hartige gebakken producten die doorgaans plat en rond van vorm zijn. Het woord wordt frequent gebruikt in zowel mondelinge als geschreven context. Het gebruiksfrequentie is hoog gezien het alomtegenwoordig is in de voedselcultuur.
Me gustan las galletas de chocolate.
Ik hou van chocoladekoekjes.
Ella siempre trae galletas cuando visita a su abuela.
Zij brengt altijd koekjes mee wanneer zij haar grootmoeder bezoekt.
"Galleta" wordt soms gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, en hier zijn enkele voorbeelden:
"Es más fácil que hacer galletas."
Het is makkelijker dan koekjes bakken.
(Duidt op iets dat gemakkelijk te doen is.)
"No hay galleta que no se rompa."
Er is geen koekje dat niet breekt.
(Dit betekent dat alles kan mislukken, zelfs de beste plannen.)
"Está como galleta en agua."
Hij/zij is als een koekje in water.
(Dit wordt gebruikt om iemand te beschrijven die zich in een lastige of zwakke positie bevindt.)
Het woord "galleta" komt van het Latijnse "galeata," wat "met een helm bedekt" betekent, en verwijst oorspronkelijk naar een soort beslag dat in bakken van koekjes werd gebruikt. Het heeft door de tijd heen een evolutie doorgemaakt naar de huidige betekenis.
Synoniemen:
- bizcocho (biscuit, gebak)
- dulce (zoetigheid)
Antonimen:
- salado (zout)
- comida (voedsel, algemeen)