gancho (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak

Woordsoort

Het woord "gancho" is een substantief in het Spaans.

Fonetische Transcriptie

De fonetische transcriptie van "gancho" is /ˈɡantʃo/.

Vertaalopties voor Nederlands

• Haak
• Haakje
• Klem

Betekenis en Gebruik

"Gancho" heeft verschillende betekenissen afhankelijk van de context. Over het algemeen betekent het "haak", iets dat gebruikt wordt om dingen vast te maken of op te hangen. Het kan in zowel mondelinge als geschreven taal worden gebruikt, maar het komt vaak voor in gesproken contexten, vooral in informele gesprekken.

Voorbeeldzinnen

1. El gancho se usa para colgar la ropa.
   (De haak wordt gebruikt om kleding op te hangen.)

2. Necesitamos un gancho más fuerte para sostener la puerta.
   (We hebben een sterkere haak nodig om de deur vast te houden.)

Idiomatische Uitdrukkingen

"Gancho" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen:

1. Tener un gancho
   Dit betekent dat iemand een aantrekkelijke of mysterieuze uitstraling heeft.

2. Ella tiene un gancho que atrae a todos.
   (Zij heeft een uitstraling die iedereen aantrekt.)

3. Estar colgado de un gancho
   Dit betekent dat iemand in een onzekere of precaire situatie verkeert.

4. Estar colgado de un gancho no es fácil.
   (In een onzekere situatie zitten is niet gemakkelijk.)

5. Hacer gancho
   Dit betekent iemand proberen te verleiden of aan het lijntje houden.

6. Él siempre hace gancho a las chicas en la fiesta.
   (Hij probeert altijd meisjes te verleiden op het feest.)

Etymologie

Het woord "gancho" komt van het Latijnse "gancium", wat ook haak betekent. Het heeft zich ontwikkeld naar de huidige vorm door de Spaanse taal en cultuur.

Synoniemen en Antoniemen

• Synoniemen: gancho (haak), anclaje (anker)
• Antoniemen: desenganchar (losmaken, ontkoppelen)

Dit biedt een uitgebreid overzicht van het woord "gancho" in het Spaans, met de nodige context en voorbeelden.