Substantief
IPA: /ˈɡato/ Nederlands: /ˈɣa.to/
Het woord "gato" betekent "kat" in het Nederlands. Het wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven Spaans. Het is een veel voorkomend woord dat frequent wordt gebruikt in dagelijkse gesprekken en teksten. Het wordt zowel informeel als formeel gebruikt.
"Gato" is een onderdeel van een aantal idioms in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden: 1. Estar como el gato panza arriba: Betekent dat iemand in een moeilijke positie zit. 2. Entre gato y lobo: Wordt gebruikt om de schemering aan te duiden. 3. Dar gato por liebre: Iemand bedriegen of valse hoop geven.
Het woord "gato" komt oorspronkelijk uit het Latijn, waar "cattus" of "catta" werd gebruikt om naar een kat te verwijzen.
Synoniemen: - Felino - Minino - Miau
Antoniemen: - Perro - Canino - Perra