Goma is een zelfstandig naamwoord.
[goma] /ˈɡoma/
In het Spaans heeft "goma" verschillende betekenissen. De meest gangbare betekenis is 'rubber' of 'gom', zoals in de context van een elastisch materiaal dat vaak wordt gebruikt in verschillende toepassingen, van banden tot eraser. In de medische context kan "goma" ook verwijzen naar een abnormale zwelling, vaak gerelateerd aan tumoren of cysten. Het woord komt veel voor in gesproken en geschreven taal, vooral in technische en commerciële omgevingen. Goma wordt over het algemeen vaker in geschreven teksten tegengekomen, vooral in specifieke contexten.
De rubber van de band is op de weg gesprongen.
Necesito una goma para borrar mis errores en la tarea.
"Goma" is minder gebruikelijk in idiomatische uitdrukkingen, maar kan in een aantal contexten op creatieve manieren gebruikt worden. Hier zijn enkele voorkomende uitdrukkingen:
Vertaling: In de problemen zitten.
No tener goma.
Vertaling: Geen vrienden hebben.
Hacer goma.
Het woord "goma" komt van het Latijnse "gummi," wat "gom" of "suspensie" betekent. Dit type ontwikkeling is te zien in veel Romaanse talen. Het gebruik van "goma" om rubber aan te duiden begon toe te nemen met de industrialisatie en de opkomst van rubberprodukten in de 19e eeuw.
Met de bovenstaande informatie kun je een goed begrip krijgen van het woord "goma" in verschillende contexten in de Spaanse taal.