gracia (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak

Woordsoort

"Gracia" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.

Fonetische transcriptie

De fonetische transcriptie van "gracia" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈɡɾaθja/ in het Castiliaans en /ˈɡɾasjə/ in de meeste Latijns-Amerikaanse dialecten.

Vertaalopties voor Nederlands

"Gracia" kan in het Nederlands vertaald worden als: - Genade - Charme - Gunst - Waarde

Betekenis en gebruik

In het Spaans verwijst "gracia" naar verschillende concepten, waaronder genade, charme, en het vermogen om iemand te vermaken. Het woord is gebruikelijk in zowel mondelinge als geschreven contexten, met een voorkeur voor schriftelijke vormen in formele situaties en een frequent gebruik in informele conversaties en literatuur.

Voorbeeldzinnen: - Ella tiene mucha gracia para contar historias. - Zij heeft veel charme om verhalen te vertellen. - Su gracia al bailar la hizo famosa. - Haar genade tijdens het dansen maakte haar beroemd.

Idiomatische uitdrukkingen met "gracia"

"Gracia" komt in verschillende idiomatische uitdrukkingen voor, waaronder:

• Hacer gracia: iets is grappig of maakt iemand aan het lachen.

• Ese chiste me hace mucha gracia.

  • Die grap maakt me erg aan het lachen.

• Sin gracia: zonder charme of interes.

• La película fue aburrida y sin gracia.

  • De film was saai en zonder charme.

• Con gracia: met charme of elegantie.

• Bailó con gracia y estilo.
  • Zij danste met charme en stijl.

Etymologie

Het woord "gracia" is afgeleid van het Latijnse "gratia", wat "genade", "plezier", of "charme" betekent. Dit Latijnse woord heeft zijn oorsprong in het woord "gratus", wat "waarderen" of "aangenaam" betekent.

Synoniemen en antoniemen

Synoniemen: - Beneficio (voordeel) - Favor (gunst) - Elección (keuze)

Antoniemen: - Desgracia (ongeluk) - Deshonra (schande) - Desprecio (minachting)