"Granizar" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "granizar" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ɡɾaniˈθaɾ/ in het Castiliaans en /ɡɾaniˈzaɾ/ in sommige Latijns-Amerikaanse dialecten.
"Granizar" kan vertaald worden naar het Nederlands als "gruisen" of "hagelen".
"Granizar" betekent letterlijk het vallen van kleine ijskristallen of hagel, vaak als een weersverschijnsel. Het wordt voornamelijk gebruikt in meteorologische contexten. Het woord komt minder vaak voor in het dagelijks taalgebruik, maar in geschreven vorm, zoals in nieuwsberichten over weeromstandigheden, is het frequenter. Het wordt gebruikt in beide contexten, maar vooral in geschreven taal.
In de winter hagelt het vaak in de bergen.
Ayer granizó y cubrió el suelo de hielo blanco.
"Granizar" is niet wijdverbreid in idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn enkele gerelateerde uitdrukkingen die het gebruik ervan illustreren:
Vandaag lijkt het erop dat het gaat hagelen.
No olvides tu paraguas, puede granizar en cualquier momento.
Vergeet je paraplu niet, het kan op elk moment gaan hagelen.
El pronóstico indica que granizará esta tarde.
De voorspelling geeft aan dat het vanmiddag gaat hagelen.
Granizó todo el día, lo que arruinó nuestros planes al aire libre.
Het woord "granizar" is afgeleid van "granizo," wat "hagel" betekent. "Granizo" komt van het Latijnse "granizium," dat ook verwijst naar kleine korrels of stukjes.
Synoniemen:
- "Hagelar" (een informeel werkwoord dat hetzelfde betekent)
Antoniemen:
- "Despejar" (opklaren, bijvoorbeeld van de lucht)
Dit geeft een volledig beeld van het woord "granizar" in het Spaans.