"Grosor" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "grosor" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ɡɾoˈsoɾ/.
Het woord "grosor" vertaalt naar het Nederlands als "dikte".
"Grosor" verwijst naar de dikte of de breedte van een object of substantie. Het kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de dikte van een boek, papier, stof of een ander fysiek voorwerp. Het woord komt zowel in gesproken als geschreven Spaans voor, met een lichte voorkeur voor gebruik in technische of wetenschappelijke contexten zoals geologie, waar men het kan gebruiken om verschillende lagen van gesteente te beschrijven.
Voorbeeldzinnen: - La grosor del libro es de cinco centímetros. - De dikte van het boek is vijf centimeter.
Het woord "grosor" komt minder vaak voor in idiomatische uitdrukkingen; echter, het kan in verschillende contexten gebruikt worden, vooral als men het heeft over materiële eigenschappen of vergelijkingen.
Voorbeeldzinnen met Idiomatische Uitdrukkingen: - No me importa la grosor de tu libro, lo que importa es su contenido. - Het maakt me niet uit hoe de dikte van jouw boek is, wat belangrijk is, is de inhoud ervan.
Soms maakt de dikte van de mist het moeilijk om te zien.
La grosor de la pared afecta la temperatura en la habitación.
Het woord "grosor" is afgeleid van het Latijnse woord "grossor" dat "dik" betekent. Het heeft een verbinding met het laat-Latijnse "grossus," wat ook dik of grof betekent. Deze etymologische oorsprong weerspiegelt de betekenissen van het woord als het gaat om materiële eigenschappen.
Synoniemen: - Espesor (dikte) - Anchura (breedte)
Antoniemen: - Delgadez (dunheid) - Finura (fijnheid)
Door de verschillende gebruiksmogelijkheden en contexten waarin "grosor" wordt gebruikt, is het een relevant en belangrijk woord in zowel dagelijkse als gespecialiseerde gesprekken.