Het woord "grupos" is een zelfstandig naamwoord en staat in het meervoud. De enkelvoudsvorm is "grupo".
De fonetische transcriptie van "grupos" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈɡɾupos/.
De vertaling van "grupos" in het Nederlands is "groepen".
"Grupos" verwijst naar meerdere verzamelingen van individuen, objecten of concepten die samenkomen of als een eenheid functioneren. Dit woord wordt in zowel gesproken als geschreven Spaans veelvuldig gebruikt, met een frequentie die afhankelijk is van de context. Het komt vaak voor in sociale en academische omgevingen, zoals in discussies over organisaties, teams en samenlevingen.
Spaans: Los grupos de estudio se reúnen cada semana.
Nederlands: De studiegroepen komen elke week samen.
Spaans: Hay varios grupos en la comunidad que ayudan a los necesitados.
Nederlands: Er zijn verschillende groepen in de gemeenschap die de behoeftigen helpen.
"Grupos" is niet direct verbonden aan specifieke idiomatische uitdrukkingen, maar het wordt vaak gebruikt in bredere contexten waarin samenwerkingen of collectieven worden besproken. Hier zijn enkele voorbeeldzinnen waarin "grupos" voorkomt:
Spaans: En la vida, cada grupo tiene sus propias reglas.
Nederlands: In het leven heeft elke groep zijn eigen regels.
Spaans: Es importante escuchar las opiniones de todos los grupos implicados.
Nederlands: Het is belangrijk om de meningen van alle betrokken groepen te horen.
Spaans: Los grupos que trabajan unidos suelen obtener mejores resultados.
Nederlands: De groepen die samen werken, behalen meestal betere resultaten.
Het woord "grupo" komt van het Italiaanse "gruppo", dat "groep" of "hoop" betekent. Het Italiaanse woord heeft zijn oorsprong in het Latijnse "gruppus", wat "klomp" of "bundel" betekent. Dit geeft aan dat het concept van een groep altijd gerelateerd is aan samenkomen of samenvoegen.
Dit biedt een uitgebreid overzicht van het woord "grupos" in de Spaanse taal.