Het woord "guapo" is een bijvoeglijk naamwoord dat vooral wordt gebruikt om iemand als "knap" of "mooi" te beschrijven, voornamelijk in het geval van mannen. In sommige contexten kan het ook als zelfstandig naamwoord worden gebruikt, verwijzend naar een knappe man.
De fonetische transcriptie van "guapo" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet is /ˈɡwapo/.
"Guapo" betekent letterlijk "knap" of "mooi", en het wordt vaak gebruikt om iemands uiterlijk te beschrijven. Het woord komt veel voor in de gesproken taal, vooral in informele contexten, hoewel het ook in geschreven teksten kan verschijnen. In verschillende Spaanse landen, zoals Mexico, Chili, Argentinië en Cuba, wordt het woord op vergelijkbare manieren gebruikt, vaak met een positieve connotatie.
Él es muy guapo y todas las chicas están interesadas en él.
(Hij is heel knap en alle meisjes zijn in hem geïnteresseerd.)
Con su nuevo corte de pelo, se ve más guapo que nunca.
(Met zijn nieuwe haarsnit ziet hij er knapper uit dan ooit.)
"Guapo" wordt ook gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen, vooral in de spreektaal. Hier zijn enkele voorbeelden:
Él se viste siempre tan bien; es guapo como un modelo.
(Hij kleedt zich altijd zo goed; hij is knap als een model.)
"Guapo de cara"
(Knap van gezicht)
Aunque es guapo de cara, su personalidad es lo que realmente importa.
(Hoewel hij knap van gezicht is, is zijn persoonlijkheid wat echt belangrijk is.)
"Guapo y atrevido"
(Knap en gedurfd)
Het woord "guapo" komt van het Oud-Spaanse "guapo," dat "mooi" of "helder" betekent. De oorsprong is verder terug te voeren naar het Latijnse "vappus," dat "lomp" of "slecht" betekent, maar in de loop der tijd een verandering onderging naar een positieve betekenis.
Synoniemen: atractivo (aantrekkelijk), lindo (schattig), bello (mooi)
Antoniemen: feo (lelijk), desagradable (onaangenaam)
Door de veelzijdigheid van het woord "guapo," blijven gesprekken over uiterlijk en aantrekkelijkheid in het Spaans vaak boeiend en cultureel relevant.