Het woord guiso is een substantief.
De fonetische transcriptie van guiso met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /ˈɡiso/.
Het Spaanse woord guiso kan vertaald worden naar het Nederlands als stoofpot of gerecht.
Guiso verwijst naar een soort gerecht dat meestal bestaat uit vlees of groenten die langzaam worden gekookt in een vloeistof, vaak met kruiden en specerijen. In de Spaanse taal wordt het vaak gebruikt in de context van een traditionele maaltijd of een home-cooked dish. Qua gebruiksfrequentie is het een alledaags woord dat zowel in mondelinge als geschreven context vaak voorkomt, vooral in de context van de Cubaanse en Spaanse keuken.
Voorbeeldzinnen:
- El guiso de pollo que preparó mi madre es delicioso.
(De kipstoofpot die mijn moeder heeft bereid is heerlijk.)
- Voy a hacer un guiso de lentejas para la cena.
(Ik ga een linzenstoofpot maken voor het avondeten.)
In het Spaans zijn er niet veel idiomatische uitdrukkingen die specifiek het woord guiso bevatten, maar er zijn wel een paar frases en uitdrukkingen waarin het woord in algemenere zin wordt gebruikt.
Voorbeeldzinnen:
- Hacer un guiso es como mezclar diferentes experiencias en la vida.
(Een stoofpot maken is als verschillende ervaringen in het leven samenvoegen.)
- La vida es un guiso, hay que cocinarlo a fuego lento.
(Het leven is een stoofpot, je moet het op laag vuur koken.)
Het woord guiso is afgeleid van het Spaanse werkwoord guisar, wat "koken" of "bereiden" betekent. Het is afkomstig van het Latijnse woord coquere, wat "koken" betekent. De ontwikkeling van het woord weerspiegelt dus de culinaire tradities en technieken die door de eeuwen heen zijn doorgegeven.
Synoniemen: - Platos (gerechten) - Comida (eten)
Antonimi: - Crudo (rauw) - Fresco (vers, in de context van onbereid voedsel)
Dit geeft een uitgebreid overzicht van het woord guiso binnen de Spaanse taal en cultuur.