Het woord "gusto" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "gusto" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /ˈɡus.to/
"Gusto" kan in het Nederlands vertaald worden als "genot" of "plezier". In sommige contexten kan het ook worden vertaald als "voorkeur".
In het Spaans betekent "gusto" zoiets als genot, plezier of smaak. Het wordt vaak gebruikt om aan te geven dat iemand iets leuk of aangenaam vindt. "Gusto" wordt zowel in mondelinge als geschreven context gebruikt, waarbij het vaak voorkomt in dagelijkse gesprekken en informele teksten.
Me gusta mucho este libro, es un verdadero gusto leerlo.
(Ik vind dit boek erg leuk, het is een waar genot om het te lezen.)
Con gusto, prepararé la cena para todos esta noche.
(Met plezier zal ik het avondeten voor iedereen vanavond klaarmaken.)
Het woord "gusto" komt vaak voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen, die een breder scala aan betekenissen en gevoelens uitdrukken.
A gusto: In eenplezierige of comfortabele toestand.
Ejemplo: "Ahora que tengo aire acondicionado, estoy a gusto en casa."
(Nu ik airconditioning heb, voel ik me prettig thuis.)
Con gusto: Met plezier, als iemand iets aanbiedt.
Ejemplo: "Si necesitas ayuda, lo haré con gusto."
(Als je hulp nodig hebt, zal ik het met plezier doen.)
No tener gusto: Niet leuk of niet fijn vinden.
Ejemplo: "No me gusta el pescado, no tengo gusto por él."
(Ik houd niet van vis, ik vind het niet leuk.)
Het woord "gusto" is afgeleid van het Latijnse "gustus," wat "smaak" of "proeven" betekent. Het is verwant aan het Engelse woord "gust," dat ook "smaak" of "genot" kan betekenen.
Synoniemen: placer (plezier), deleite (vermaak), preferencia (voorkeur)
Antoniemen: desagrado (afkeer), odio (haat)