"Haberse" is een werkwoord en een vorm van het werkwoord "haber", wat "hebben" betekent in het Nederlands. "Haberse" is specifiek de onbepaalde vorm van de infinitief, vaak gebruikt in niet-persoonlijke constructies.
De fonetische transcriptie van "haberse" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is [aˈβeɾ.se].
De directe vertaling van "haberse" is "hebben" in een bepaalde context, maar het is belangrijk op te merken dat het meestal in samenstellingen wordt gebruikt en minder als een enkelvoudig woord voorkomt.
In het Spaans wordt "haberse" vaak gebruikt in de context van het hebben van iets in de verleden tijd, meestal in combinatie met andere werkwoordsvormen. Het komt veel voor in geschreven taal en formele communicatie, hoewel je het ook in gesprek kunt tegenkomen.
Me alegro de haberse decidido.
(Ik ben blij dat hij/zij heeft besloten.)
Es importante haberse preparado para el examen.
(Het is belangrijk om je voor het examen voorbereid te hebben.)
"Haberse" komt niet vaak voor in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele voorbeelden die gebruik maken van de basisvorm "haber":
No haber ni un solo minuto para descansar.
(Geen enkele minuut hebben om te rusten.)
Al haber terminado el proyecto, podemos descansar.
(Nadat we het project hebben afgerond, kunnen we uitrusten.)
Tener que haberlo hecho antes.
(Ik had het eerder moeten doen.)
Haber de haber sabido, habría llegado más temprano.
(Als ik het had geweten, zou ik eerder zijn gekomen.)
"Haberse" is afgeleid van het Latijnse "habere", wat "hebben" betekent. Door de eeuwen heen is het geëvolueerd en aangepast in verschillende Romaanse talen, waaronder het Spaans.
Deze secties bieden een uitgebreid overzicht van "haberse", en de informatie kan nuttig zijn voor verschillende toepassingen in de Spaanse taal.