habla - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Woordenboek ChatGPT

habla (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

Het Spaanse woord "habla" is een zelfstandig naamwoord en kan ook worden beschouwd als de derde persoon enkelvoud van de onregelmatige werkwoord vervoeging van "hablar" in de tegenwoordige tijd (indicatief).

Fonetische transcriptie

De fonetische transcriptie van "habla" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /ˈaβ.lä/

Vertaalopties voor Nederlands

Betekenis en gebruik

In het Spaans heeft "habla" verschillende betekenissen. Het kan verwijzen naar het spreken of de spraak van een persoon. Het wordt vaak gebruikt in de context van communicatie, dialecten of de vaardigheid om te spreken. Het woord "habla" komt voor in zowel geschreven als gesproken context, maar het is gebruikelijker in gesproken taal gezien de informele aard van gesprekken.

Voorbeeldzinnen

  1. En la clase de español, siempre practicamos la habla.
    In de Spaanse les oefenen we altijd de spraak.

  2. La habla de los niños es muy interesante.
    De spraak van de kinderen is erg interessant.

Idiomatische uitdrukkingen

In het Spaans zijn er verschillende idiomatische uitdrukkingen die het woord "habla" bevatten. Deze uitdrukkingen worden vaak gebruikt in het dagelijks leven.

  1. Habla por los codos
    Dit betekent "veel praten", of letterlijk "spreken door de ellebogen".
    Bijvoorbeeld: "Juan habla por los codos durante las reuniones."
    (Juan praat veel tijdens de vergaderingen.)

  2. Habla a calzón quitado
    Dit betekent "eerlijk en recht voor zijn raap spreken", letterlijk "spreken zonder onderbroek".
    Bijvoorbeeld: "Ella habla a calzón quitado cuando está frustrada."
    (Ze spreekt eerlijk wanneer ze gefrustreerd is.)

  3. Habla entre dientes
    Dit betekent "praten onder je adem" of "mumbling".
    Bijvoorbeeld: "No la escuché bien porque hablaba entre dientes."
    (Ik hoorde haar niet goed omdat ze onder haar adem sprak.)

Etymologie

Het woord "habla" is afgeleid van het werkwoord "hablar", dat zijn oorsprong vindt in het Latijnse "fabulari", wat "praten" of "verhalen" betekent. Deze etymologie weerspiegelt de diepte en rijkdom van communicatie door de geschiedenis heen.

Synoniemen en antoniemen

Synoniemen: - discurso (toespraak) - conversación (gesprek) - palabra (woord)

Antoniemen: - silencio (stilte) - mudanza (stil zijn)

Dit biedt een uitgebreide kijk op het woord "habla" binnen de context van de Spaanse taal en zijn gebruik in zowel algemene als medische domeinen.



23-07-2024