hacer cara - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Woordenboek ChatGPT

hacer cara (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

"Hacer cara" is een uitdrukking in het Spaans.

Fonetische transcriptie

/háθeɾ ˈkaɾa/ (in Spanje) /aˈseɾ ˈkaɾa/ (in verschillende Latijns-Amerikaanse landen)

Vertaalopties voor Nederlands

Betekenis en gebruik

"Hacer cara" verwijst vaak naar de handeling van het doen alsof of het maken van gezichten, meestal in een context waarin iemand probeert zijn ware gevoelens of bedoelingen te verbergen. De uitdrukking kan ook betekenen dat iemand een bepaalde houding aanneemt of een bepaalde maskerade opzet, in zowel een mentale als een emotionele zin. Het wordt veel gebruikt in zowel gesproken als geschreven Spaans, maar is waarschijnlijk gebruikelijker in informele spreektaal.

Voorbeeldzinnen

  1. Siempre hace cara de no entender cuando en realidad sabe la respuesta.
  2. Hij doet altijd alsof hij niet begrijpt, terwijl hij in werkelijkheid het antwoord weet.

  3. No me hagas cara, sé que estás bromeando.

  4. Doe niet zo, ik weet dat je aan het grappen bent.

Idiomatische uitdrukkingen

"Hacer cara" zelf is al een uitdrukking, maar het kan in bepaalde contexten voortkomen in meer uitgebreide zinnen.

  1. Hacer cara de palo.
  2. Dit betekent zo ongevoelig of onverschillig mogelijk te zijn, zonder enige emotionele reactie.
  3. Ejemplo: La situación era grave, pero él hizo cara de palo y no dijo nada.
  4. (De situatie was ernstig, maar hij deed alsof hij niets hoorde en zei niets.)

  5. Hacer cara a alguien.

  6. Dit betekent om iemand onder ogen te komen of uitdagend te zijn naar iemand toe.
  7. Ejemplo: Ella decidió hacer cara a su jefe y defender su idea en la reunión.
  8. (Zij besloot haar baas onder ogen te komen en haar idee te verdedigen tijdens de vergadering.)

  9. Hacer cara de sorpresa.

  10. Dit betekent een verraste uitdrukking op je gezicht te toveren.
  11. Ejemplo: Todo el mundo hizo cara de sorpresa cuando escucharon la noticia.
  12. (Ieder deed een verraste gezicht toen zij het nieuws hoorden.)

Etymologie

De oorsprong van "hacer" komt van het Latijnse "facere," wat "doen" of "maken" betekent. "Cara" komt van het Latijnse "cāra," wat "gezicht" of "aangezicht" betekent, verwant aan de actie van het tonen van een uitdrukking op het gezicht.

Synoniemen en antoniemen

Synoniemen: - Representar - Mostrar

Antoniemen: - Ocultar (verbergen) - Enmascarar (maskeren)



22-07-2024