hacer negocio - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Woordenboek ChatGPT

hacer negocio (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

"Hacer negocio" is een Spaanse uitdrukking die bestaat uit een werkwoord ("hacer") en een zelfstandig naamwoord ("negocio"). Samen betekent het letterlijk "een zaak doen" of "zaken doen".

Fonetische Transcriptie

De fonetische transcriptie van "hacer negocio" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is:
/haseɾ neˈɣoθjo/ (in Spanje) of /haseɾ neˈɡosjo/ (in Latijns-Amerika)

Vertaalopties voor Nederlands

Betekenis en Gebruik

"Hacer negocio" betekent het uitvoeren van commerciële activiteiten, zoals het kopen en verkopen van goederen of diensten, of het aangaan van zakelijke overeenkomsten. Het wordt vaak gebruikt in businesscontexten, en kan zowel informeel als formeel zijn, afhankelijk van de situatie. Over het algemeen is het een veelgebruikte uitdrukking in de Spaanse taal, met een iets hogere frequentie in gesproken taal dan in geschreven tekst, hoewel het ook vaak in zakelijke documenten verschijnt.

Voorbeeldzinnen

  1. Quiero hacer negocio con esta empresa.
    Ik wil zaken doen met dit bedrijf.

  2. Ellos están buscando lugares donde hacer negocio.
    Zij zijn op zoek naar plekken waar ze zaken kunnen doen.

Idiomatische Uitdrukkingen

Er zijn verschillende idiomatische uitdrukkingen waarin "negocio" een belangrijke rol speelt:

Voorbeelduitdrukkingen

  1. Hacer negocio de la nada
    Iets uit het niets creëren en een bedrijf opstarten.
  2. Me las he ingeniado para hacer negocio de la nada.
    Ik heb een manier gevonden om iets uit het niets te creëren en een bedrijf te starten.

  3. Hacer buen negocio
    Een goede deal/makelaar maken.

  4. Creo que hicimos buen negocio en esa transacción.
    Ik denk dat we een goede deal hebben gesloten in die transactie.

  5. No hacer negocio a costa de otros
    Zaken doen ten koste van anderen, wat onethisch kan zijn.

  6. Es importante no hacer negocio a costa de otros en el mercado.
    Het is belangrijk om geen zaken te doen ten koste van anderen op de markt.

Etymologie

Het werkwoord "hacer" betekent "doen" of "maken", en komt van het Latijnse "facere". "Negocio" is afkomstig van het Latijnse "negōtium", wat "niet te doen" betekent, en in een zakelijke context "onderneming" of "zaak".

Synoniemen en Antonieten

Synoniemen

Antonieten



23-07-2024