hacer y deshacer (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Woordsoort
De woorden "hacer" en "deshacer" zijn werkwoorden in het Spaans.
Fonetische Transcriptie
hacer: /aˈθeɾ/ (in het Castiliaans) of /aˈseɾ/ (in andere gebieden, zoals Latijns-Amerika)
deshacer: /des.aˈθeɾ/ (in het Castiliaans) of /des.aˈseɾ/ (in andere gebieden)
Vertaalopties voor Nederlands
hacer: doen, maken
deshacer: afbreken, vernietigen, ongedaan maken
Betekenis en Gebruik
Hacer betekent "doen" of "maken" en wordt gebruikt in een breed scala van contexten. Het is een van de meest voorkomende werkwoorden in het Spaans en wordt zowel in gesproken als in geschreven taal frequent gebruikt.
Deshacer betekent "ongedaan maken" of "afbreken" en impliceert dat iets dat eerder is gemaakt of gedaan weer wordt verwijderd of teruggebracht naar een eerdere staat. Beide werkwoorden zijn belangrijk en veelvoorkomend in de Spaanse taal.
Voorbeeldzinnen
Hacer ejercicio todos los días es muy beneficioso para la salud.
Vertaling: Iedere dag sporten is zeer voordelig voor de gezondheid.
Debes deshacer los cambios si no te gustan.
Vertaling: Je moet de wijzigingen ongedaan maken als je ze niet leuk vindt.
Quiero hacer una torta para el cumpleaños de mi hermana.
Vertaling: Ik wil een taart maken voor de verjaardag van mijn zus.
Idiomatische uitdrukkingen
Hacer las paces: Vrede sluiten.
Ejemplo: Después de la pelea, decidieron hacer las paces.
Vertaling: Na de ruzie besloten ze vrede te sluiten.
Hacer caso: Luisteren, aandacht schenken.
Ejemplo: No le hagas caso a los rumores.
Vertaling: Negeer de geruchten.
Hacer la vista gorda: Doen alsof je iets niet ziet.
Ejemplo: El policía hizo la vista gorda cuando pasó el auto rápido.
Vertaling: De politieagent deed alsof hij de auto die snel reed niet zag.
Deshacer entuertos: Fouten rechtzetten.
Ejemplo: El abogado se dedicó a deshacer entuertos en la comunidad.
Vertaling: De advocaat wijdde zich aan het rechtzetten van fouten in de gemeenschap.
Etymologie
Het woord hacer komt van het Latijnse “facere”, dat "doen" of "maken" betekent.
Deshacer is samengesteld uit "des-" (een voorvoegsel dat "tegen" of "ongedaan maken" aanduidt) en "hacer".
Synoniemen en Antonimen
Hacer:
Synoniemen: realizar, efectuar, confeccionar
Antonimen: deshacer
Deshacer:
Synoniemen: desmantelar, destruir, anular
Antonimen: hacer, construir
Deze gedetailleerde informatie zou je moeten helpen bij het begrijpen van de betekenis en het gebruik van "hacer" en "deshacer" in de Spaanse taal.