Het woord "hastío" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /asˈti.o/
Het woord "hastío" kan vertaald worden als "afkeer", "onzadigheid" of "verveeldheid". In sommige contexten kan het ook betekenen "vermoeidheid" of "misselijkheid".
"Hastío" verwijst naar een gevoel van onvrede, verveling of afkeer, vaak veroorzaakt door herhaling of eentonigheid. Het wordt doorgaans gebruikt in formele en geschreven contexten, hoewel het ook in gesproken taal kan voorkomen. De gebruiksfrequentie is relatief laag en het woord komt meestal voor in literaire of academische teksten.
Voorbeeldzinnen:
1. La hastío de la rutina diaria puede afectar la salud mental.
(De afkeer van de dagelijkse routine kan de mentale gezondheid beïnvloeden.)
Het woord "hastío" wordt vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen die verband houden met verveling of onvrede.
"El hastío de la vida podría llevar a la depresión."
(De verveling van het leven kan leiden tot depressie.)
"Hay un hastío constante en su voz cuando habla de su trabajo."
(Er is een constante afkeer in zijn stem wanneer hij over zijn werk spreekt.)
"El hastío en la educación tradicional limita el potencial de los estudiantes."
(De onvrede in traditioneel onderwijs beperkt het potentieel van de studenten.)
Het woord "hastío" is afgeleid van het werkwoord "hastiar", dat verwijst naar het gevoel van verveling of het ongeduldig zijn over iets. Het komt van het Oud-Spaanse woord "hastiár", dat verwant is aan het Latijnse "fastidire", wat eveneens "verveling" of "afkeer" betekent.
Synoniemen: - Aburrimiento (verveling) - Desagrado (ongenoegen) - Desinterés (desinteresse)
Antoniemen: - Interés (interesse) - Entusiasmo (enthouiasme) - Alegría (vreugde)