hecho - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Online Woordenboek

hecho (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

Substantief

Fonetische transcriptie

Hecho: /ˈe.tʃo/

Betekenissen en Gebruik

"Hecho" in het Spaans kan verschillende betekenissen hebben, zoals "feit", "gebeurtenis", "daad" of "handeling". Het wordt vaak gebruikt in zowel spreektaal als geschreven taal. Het woord wordt frequent gebruikt in het Spaans en kan zowel in formele als informele contexten voorkomen.

Voorbeeldzinnen

  1. Han ocurrido muchos hechos importantes en la historia de este país.
  2. El hecho de que llegara puntualmente me sorprendió.

Idiomatische Uitdrukkingen

"Hecho" wordt vaak gebruikt in verschillende Spaanse idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:

  1. Hecho a la medida
  2. Op maat gemaakt

  3. Hecho en casa

  4. Huisgemaakt

  5. Dejar fuera de combate

  6. Iemand buiten gevecht stellen

  7. Echar en cara

  8. Iemand iets verwijten

  9. Echar raíces

  10. Wortel schieten

  11. Echar la soga tras el caldero

  12. De handdoek in de ring gooien

  13. No hay hecho ni prenda sin consumo

  14. Er is geen voordeel zonder nadeel

Etymologie

"Hecho" stamt af van het Latijnse "factum", wat "feit" of "daad" betekent.

Synoniemen en Antoniemen

Synoniemen

  1. Evento
  2. Suceso
  3. Acto

Antoniemen

  1. Ficción
  2. Invención
  3. Mentira