Het woord "hostal" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "hostal" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /osˈtal/.
"Hostal" kan vertaald worden naar het Nederlands als "herberg" of "hostel".
In het Spaans verwijst "hostal" naar een soort accommodatie die meestal een eenvoudigere en goedkopere optie biedt dan een hotel. Hostals zijn vaak gericht op backpackers of reizigers met een kleiner budget. Het woord wordt frequent gebruikt in zowel mondelinge als geschreven context, vooral in gesprekken over reizen en accommodatie.
Bij ons volgende bezoek aan Madrid zijn we van plan in een hostel te blijven.
La mayoría de los jóvenes prefieren alojarse en un hostal para ahorrar dinero.
Het woord "hostal" wordt niet vaak gebruikt in vaste uitdrukkingen, maar het kan in verschillende contexten verschijnen die gerelateerd zijn aan reizen en accommodatie. Hier zijn enkele voorbeeldzinnen:
Na de rondleiding door de stad vonden we een gezellig hostel waar we konden rusten.
La guía turística recomienda un hostal céntrico para disfrutar de las atracciones.
De reisgids raadt een centraal gelegen herberg aan om de attracties te genieten.
Mis amigos y yo decidimos reservar un hostal para nuestra aventura de fin de semana.
Het woord "hostal" is afgeleid van het Latijnse "hospitale," wat "gast" of "verblijfplaats" betekent. Het komt van "hostis," wat "gast" of "vreemde" betekent. De term heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld en geadopteerd in verschillende Romaanse talen.