Het woord "husmear" is een werkwoord (verbo) in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "husmear" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /usˈme.aɾ/.
In het Spaans betekent "husmear" het snuffelen of ruiken, vaak in de context van het onderzoeken van een geur met een nieuwsgierige of opdringerige houding. Het wordt veel gebruikt in de gesproken taal, vooral in informele situaties, maar is ook aanwezig in geschreven contexten. De gebruiksfrequentie is relatief hoog wanneer men het heeft over dieren (vaak honden) die hun omgeving verkennen op basis van geur.
Voorbeeldzinnen:
- El perro comenzó a husmear en el parque.
(De hond begon te snuffelen in het park.)
"Husmear" wordt soms gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, vaak om een nieuwsgierige of onoprechte manier van zoeken naar informatie te beschrijven.
Voorbeeldzinnen met idiomatische uitdrukkingen:
- No seas tan curioso, no tienes que husmear en mis asuntos.
(Wees niet zo nieuwsgierig, je hoeft niet in mijn zaken te snuffelen.)
Ella siempre está husmeando en las conversaciones de los demás.
(Zij is altijd aan het snuffelen in de gesprekken van anderen.)
A veces es mejor no husmear en el pasado.
(Soms is het beter om niet in het verleden te snuffelen.)
Het werkwoord "husmear" heeft zijn oorsprong in het Latijnse woord "fumāre," dat "roken" of "laten opstijgen" betekent. De overgang naar het huidige Spaanse "husmear" houdt verband met de actie van ruiken of het verkennen van een geur.
Synoniemen: - Olfatear (ruiken, snuffelen) - Adivinar (raden, ook in de context van het ontdekken door te snuffelen)
Antoniemen: - Ignorar (negeren) - Desestimar (verwerpen, niet geïnteresseerd zijn)