Het woord "iceberg" in het Spaans is "iceberg", en het is een zelfstandig naamwoord (sustantivo).
De fonetische transcriptie van "iceberg" in het Spaans volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet is /ˈaɪs.bɜːrɡ/.
In het Nederlands wordt "iceberg" vertaald als "ijsberg".
In het Spaans verwijst "iceberg" naar een grote massa ijs die uit de zee oprijst, meestal van een gletsjer. Het wordt vaak gebruikt in geografische en klimatologische contexten, vooral bij discussies over de opwarming van de aarde en zeeniveaus. Het woord heeft een gematigde gebruiksfrequentie en komt zowel in gesproken als geschreven context voor. In wetenschappelijke en educatieve teksten is het gebruik gebruikelijker dan in de dagelijkse conversatie.
De ijsberg smolt snel door de stijging van de temperatuur.
En el océano Ártico, se han registrado muchos icebergs a lo largo de los años.
In de Arctische Oceaan zijn door de jaren heen veel ijsbergen geregistreerd.
Los científicos estudian cómo el movimiento del iceberg afecta a la vida marina.
"iceberg" is niet bijzonder vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen in het Spaans, maar hier zijn enkele specifieke contexten waarin het kan verschijnen:
Het betekent dat je alleen het oppervlak van een probleem ziet.
"El iceberg emocional" - De emotionele ijsberg.
Het verwijst naar verborgen emoties die niet zichtbaar zijn.
"Tocar la punta del iceberg" - De punt van de ijsberg aanraken.
Het woord "iceberg" komt uit het Nederlands, waarin "ijs" (ijs) en "berg" (berg) samenkomt. Het werd in de 17e eeuw in het Engels geïntroduceerd en is sindsdien in andere talen, zoals het Spaans, overgenomen.