"ido" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "ido" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈido/.
In het Spaans betekent "ido" de voltooide vorm van het werkwoord "ir" (gaan). Het wordt vaak gebruikt in de verleden tijd om aan te geven dat iemand of iets naar een andere plaats is gegaan. De frequentie van gebruik verschilt, maar "ido" wordt meestal in geschreven context aangetroffen in combinatie met andere werkwoorden, zoals in voltooide tijden.
Hij is naar de winkel gegaan.
Nosotros hemos ido a la playa.
In het Spaans komt "ido" voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen.
Je bent gek (in de zin van 'ver weg met je gedachten').
Se fue con el cuento ido.
Hij is weggegaan met het onverstandige verhaal.
Su idea es un poco ido.
Het woord "ido" komt van het Latijnse "ire," wat "gaan" betekent. De vorm "ido" is het participium van het werkwoord, dat de actie van het gaan beschrijft.
Door deze structuur bieden we een uitgebreide en informatieve beschrijving van het woord "ido" in een Spaans taalcontext.