"Impar" is een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "impar" volgens het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /imˈpaɾ/.
Het woord "impar" kan in het Nederlands worden vertaald als "oneven".
Het woord "impar" betekent "oneven" en verwijst naar getallen die niet deelbaar zijn door twee. In een bredere context kan het ook gebruikt worden om te verwijzen naar iets dat niet gelijk of niet overeenkomt met iets anders. Het wordt vaak gebruikt in geschreven context, zoals in wiskundige teksten, maar ook in dagelijkse gesprekken.
Las filas de la escuela se organizan en números impares.
De rijen van de school zijn georganiseerd in oneven nummers.
En matemáticas, un número impar no puede ser dividido por dos.
In de wiskunde kan een oneven getal niet door twee worden gedeeld.
Hoewel "impar" niet een veelgebruikt woord is in idiomatische uitdrukkingen, zijn hier enkele voorbeeldzinnen die het woord in een bredere context gebruiken:
La suma de dos números impares es un número par.
De som van twee oneven getallen is een even nummer.
Si tienes tres manzanas y una es impar, ¿es suficiente?
Als je drie appels hebt en er is er een oneven, is het dan genoeg?
"Impar" komt van het Latijnse woord "imparis", dat "ongelijk" of "oneven" betekent. Dit latijnse woord is afgeleid van "in-" (niet) en "paris" (gelijk of even).
Door de context van "impar" is het vooral relevant in wiskundige en alledaagse taal, waar het vaak wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen getallen en belangrijke concepten van gelijkheid.