Het woord "impartir" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "impartir" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /impaɾˈtiɾ/.
"Impartir" kan vertaald worden als: - overdragen - impartieren - toekennen
"Impartir" betekent het overdragen of toekennen van iets, vaak in de context van kennis, informatie, of instructies. Het woord wordt zowel in gesproken als geschreven Spaans gebruikt, met een frequente voorkoming in educatieve en juridische contexten.
Voorbeeldzinnen: 1. El profesor tiene la responsabilidad de impartir conocimientos a sus alumnos. - De leraar heeft de verantwoordelijkheid om kennis over te dragen aan zijn studenten.
Het is belangrijk om gerechtigheid te impartieren in elk geval.
La empresa se comprometió a impartir formación continua a sus empleados.
In de Spaanse taal wordt "impartir" gebruikt in verschillende uitdrukkingen, maar het komt niet vaak voor in zeer specifieke idiomen. Hier zijn enkele zinnen waarin "impartir" op een idiomatische wijze kan worden gebruikt:
Het is essentieel om waarden over te dragen aan jongeren voor hun integrale ontwikkeling.
La autoridad debe impartir arreglos antes de que surjan conflictos.
De autoriteit moet oplossingen overdragen voordat conflicten ontstaan.
Impartir disciplina es clave para el éxito en cualquier área de la vida.
Het woord "impartir" komt van het Latijnse "impartire", dat "verdeling geven" of "meedelen" betekent. De samenstelling van "in-" (in) en "partire" (delen) levert de betekenis van het overdragen of toekennen op.
Synoniemen: - Transmitir (overdragen) - Asignar (toekennen) - Distribuir (distribueren)
Antoniemen: - Retener (inhouden) - Ocultar (verhullen) - Negar (ontkennen)
Door de rijke betekenis en het gebruik van "impartir" in verschillende contexten is het een veelzijdig en belangrijk woord in zowel de dagelijkse als juridische taal.