"Imputar" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "imputar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /impuˈtaɾ/
In het Spaans betekent "imputar" het toekennen van een verantwoordelijkheid of beschuldiging aan iemand, vaak in juridische context. Het wordt gebruikt in situaties waarbij een persoon wordt beschuldigd van een misdaad of een overtreding, of waarbij kosten of gevolgen aan iemand worden toegeschreven. De term wordt vaker in geschreven contexten gebruikt, zoals in juridische documenten en officiële rapporten.
El fiscal decidió imputar a los sospechosos en el caso de robo.
(De officier van justitie besloot de verdachten te beschuldigen in de diefstalzaak.)
Se le imputó la responsabilidad de la pérdida de fondos.
(Hem werd de verantwoordelijkheid voor het verlies van fondsen toegerekend.)
La prensa empezó a imputar al político de corrupción.
(De pers begon depoliticus van corruptie te beschuldigen.)
"Imputar" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar het is belangrijk om te vermelden dat het woord kan voorkomen in juridische termen en contexten. Daarom zijn hier enkele zinnen die de concepten van beschuldiging en verantwoordelijkheden omvatten:
Imputar culpabilidad a alguien es una acción seria.
(Iemand beschuldigen van schuld is een ernstige zaak.)
No se debe imputar sin pruebas concretas.
(Men moet niet beschuldigen zonder concrete bewijzen.)
Imputar gastos de forma correcta es esencial para la contabilidad.
(Kosten correct toerekenen is essentieel voor boekhouding.)
Het woord "imputar" is afgeleid van het Latijnse "imputare", wat "toerekenen" betekent. Dit woord is samengesteld uit "in-" (in) en "putare" (overwegen, wegen).