"Incendio" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "incendio" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /inˈθen.djo/ (met een [θ] uitspraak in sommige Spaanstalige landen zoals Spanje, en [s] in de meeste Latijns-Amerikaanse landen).
"Incendio" kan worden vertaald als "brand" of "vuur".
In het Spaans betekent "incendio" een ongecontroleerde brand. Het wordt vaak gebruikt in juridische contexten en in de media wanneer er wordt bericht over grote bosbranden, gebouwbranden of gelijkwaardige incidenten. In de dagelijkse taal gebruik je het woord 'incendio' voornamelijk in geschreven context, zoals krantenartikelen, politie- en juridische verslagen.
"De brand in het bos verwoestte duizenden hectares bomen."
"Los bomberos llegaron rápidamente para apagar el incendio en el edificio."
"De brandweermannen arriveerden snel om de brand in het gebouw te blussen."
"El incendio de la fábrica fue causado por un cortocircuito."
In het Spaans zijn er verschillende uitdrukkingen waarin het woord "incendio" voorkomt, vaak metaforisch voor situaties die uit de hand lopen of problemen die zich snel verspreiden.
"Een brand onder controle krijgen." (Het betekent een probleem of situatie beheersen.)
"Avivar el incendio."
"Het vuur aanwakkeren." (Dit verwijst naar het verergeren van een conflict of situatie.)
"Se convirtió en un incendio."
Het woord "incendio" komt uit het Latijn "incendium", dat ook "brand" betekent. De oorsprong ligt in het werkwoord "incendere", wat "aansteken" betekent.
Synoniemen: - "fuego" (vuur) - "llama" (vlam)
Antoniemen: - "extinción" (uitroeiing, doven) - "apagado" (uit, doven)