"Inglesa" is een bijvoeglijk naamwoord dat het vrouwelijke geslacht aanduidt van "inglés," wat "Engels" betekent. Het kan ook ook als zelfstandig naamwoord worden gebruikt om een Engelse vrouw of het Engelse geslacht aan te duiden.
De fonetische transcriptie van "inglesa" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /iŋˈɡlesa/.
"Inglesa" verwijst naar iets dat met Engeland of de Engelse cultuur te maken heeft, en kan betrekking hebben op de taal, mensen of andere zaken die met Engeland zijn verbonden. Het wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als geschreven context, hoewel het meer voorkomt in gesproken taal, vooral in informele en dagelijkse gesprekken.
Mijn vriendin is Engels en woont in Londen.
La comida inglesa no es muy popular en mi país.
Engelse voeding is niet erg populair in mijn land.
La cultura inglesa tiene muchas tradiciones interesantes.
"Inglesa" wordt minder vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn een paar voorbeelden waarin het kan voorkomen:
De leraar spreekt in de les als een echte Engelsman.
Estilo inglés - Dit verwijst naar een klassieke of traditionele manier van doen, vaak met betrekking tot mode of etiquette.
Ik hou van de Engelse stijl die dat huis heeft.
Música inglesa - Dit verwijst naar Engelse muziek of het genre dat uit Engeland komt.
Het woord "inglesa" is afgeleid van het Latijnse "Anglicus," dat "Engels" betekent, via het middeleeuws Latijn. De oorsprong van dit woord ligt in de naam van de Angelsaksen, een van de vroegste volkeren die zich in Engeland vestigden.