Substantief (zelfstandig naamwoord)
inteˈres
Het woord "interés" in het Spaans betekent "belang" of "interesse" en wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als schriftelijke communicatie. Het wordt frequent gebruikt in verschillende contexten, zowel in formele als informele gesprekken, en is een alledaags woord in de Spaanse taal.
(N.v.t. - "interés" is een zelfstandig naamwoord en heeft geen werkwoordsvormen)
Het woord "interés" wordt vaak gebruikt in verschillende Spaanse idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
"Perder el interés": de interesse verliezen. Voorbeeld: Juan ha perdido el interés en el proyecto. (Juan heeft zijn interesse in het project verloren.)
"Con más interés que un niño con zapatos nuevos": zeer geïnteresseerd zijn. Voorbeeld: La niña observaba con más interés que un niño con zapatos nuevos. (Het meisje keek zeer geïnteresseerd rond.)
"Interés compuesto": samengestelde interest (financiële term). Voorbeeld: El banco aplica el interés compuesto en sus cuentas de ahorro. (De bank past samengestelde interest toe op hun spaarrekeningen.)
Het woord "interés" komt van het Latijnse "interesse", wat "tussen twee dingen staan" betekent.
Synoniemen: fascinatie, betrokkenheid, motivatie Antoniemen: desinterés, aburrimiento, indiferencia