"Jefa" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "jefa" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /ˈxe.fa/.
"Jefa" kan in het Nederlands vertaald worden als "baas" of "leidster". In een bredere zin kan het ook "jef" betekenen, afhankelijk van de context.
In het Spaans wordt "jefa" vaak gebruikt in een informele of colloquiale context om te verwijzen naar een vrouwelijke leidinggevende, baas of iemand die de controle heeft over een groep of organisatie. Het wordt vaker gebruikt in gesproken taal dan in geschreven taal, vooral in informele settings. De gebruiksfrequentie is relatief hoog in landen waar de genderenquête belangrijk is, zoals in Latijns-Amerika, vooral in landen als Mexico.
Voorbeeldzinnen: - La jefa de la tienda está de vacaciones. - De baas van de winkel is met vakantie. - Mi jefa siempre nos motiva a dar lo mejor de nosotros. - Mijn leidinggevende motiveert ons altijd om ons best te doen.
Hoewel "jefa" niet altijd voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, kan het nog steeds in verschillende uitdrukkingen worden gebruikt. Hier zijn enkele voorbeelden:
Zij is de baas op haar werk en iedereen respecteert haar.
"Jefa de la familia"
Ik heb haar altijd de baas van de familie beschouwd.
"Jefa de un equipo"
De leidster van een team moet moeilijke besluiten nemen.
"Jefa en casa"
Het woord "jefa" komt van het Spaanse "jefe", wat "chef" of "baas" betekent. Het heeft een vrouwelijke uitgang "-a" toegevoegd, die normaal gesproken wordt gebruikt om vrouwelijke vormen van zelfstandig naamwoorden in het Spaans aan te duiden.
Synoniemen: - Jefe (als de neutrale vorm, voor een mannelijke leidinggevende) - Directora - Líder
Antoniemen: - Subordinado (ondergeschikte) - Empleado (werknemer)