Het woord "jueces" is een zelfstandig naamwoord en is de meervoudsvorm van "juez", dat "rechter" betekent.
De fonetische transcriptie van "jueces" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈxwe.θes/.
"Jueces" verwijst naar een groep van individuen die zijn aangesteld om het recht te handhaven en juridische geschillen te beslechten. Zij spelen een cruciale rol in de rechtspraak en zijn verantwoordelijk voor het beoordelen van bewijs, het horen van getuigen en het vellen van uitspraken in juridische zaken. Het woord wordt zowel in gesproken als geschreven Spaans frequent gebruikt, vooral in juridische contexten.
Los jueces tienen la responsabilidad de impartir justicia.
(De rechters hebben de verantwoordelijkheid om gerechtigheid te brengen.)
En el tribunal, los jueces escucharon atentamente los argumentos de ambas partes.
(In de rechtbank luisterden de rechters aandachtig naar de argumenten van beide partijen.)
In het Spaans zijn er enkele idioomachtige zinnen waarin "jueces" voorkomt. Deze uitdrukkingen onderstrepen de juridische en morele waarde van rechters.
La justicia se imparte por los jueces, no por la venganza.
(Gerechtigheid wordt gegeven door de rechters, niet door wraak.)
A veces, los jueces son más sabios que los legisladores.
(Soms zijn de rechters wijzer dan de wetgevers.)
No se puede jugar con los jueces, porque ellos son los que deciden el destino.
(Je kunt niet spelen met de rechters, want zij zijn degenen die het lot beslissen.)
Het woord "juez" en zijn meervoudsvorm "jueces" zijn afgeleid van het Latijnse woord "iudex", wat "rechter" of "beoordelaar" betekent. Dit woord is samengesteld uit de woorden "jus" (recht) en "dicere" (zeggen), wat samen een gegeven rechtvaardige uitspraak suggereert.
Deze structuur biedt een gedetailleerd overzicht van het woord en zijn gebruik in de Spaanse taal.