"Junto" is een bijwoord of een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /ˈxunto/
De vertaling van "junto" in het Nederlands is "samen" of "bij elkaar".
"Junto" betekent "samen" of "in de nabijheid", en wordt vaak gebruikt om aan te geven dat dingen of personen zich bij elkaar bevinden of in een gezamenlijke situatie zijn. Het wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als geschreven communicatie, waarbij de frequentie van gebruik afhankelijk is van informele en formele contexten.
Ejemplo: "Los niños jugaron juntos en el parque."
Vertaling: "De kinderen speelden samen in het park."
Ejemplo: "Estamos juntos en esto, no te preocupes."
Vertaling: "We zijn samen hierin, maak je geen zorgen."
"Junto" komt voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans:
Ejemplo: "Juntos por siempre."
Vertaling: "Samen voor altijd."
Ejemplo: "Estar juntos."
Vertaling: "Bij elkaar zijn."
Ejemplo: "Hacerlo junto a."
Vertaling: "Het samen met [iemand] doen."
Ejemplo: "Unidos y juntos."
Vertaling: "Verenigd en samen."
Het woord "junto" is afgeleid van het Latijnse "junctus", dat "verbonden" of "samen" betekent. Het heeft zijn oorsprong in de indoeuropese wortel die verband houdt met het idee van samenvoegen of verbinden.
Synoniemen:
- "Juntos" (samen, als een bijwoord in de meervoudsvorm)
- "Unido" (verbonden)
Antoniemen:
- "Separado" (gescheiden)
- "Aislado" (geïsoleerd)
Het woord "junto" is dus veelzijdig en erg relevant in dagelijkse gesprekken en geschreven communicatie in het Spaans.