"Machacar" is een werkwoord in de Spaanse taal.
De fonetische transcriptie van "machacar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is [ma.tʃaˈkaɾ].
"Machacar" kan in het Nederlands worden vertaald als "vermalen", "pletten" of "stampen".
Het werkwoord "machacar" wordt gebruikt om de actie van iets vergruizen, pletten of vermalen uit te drukken. Dit kan zowel in een fysieke zin, zoals het vermalen van voedsel, als in een figuurlijke zin, zoals het onderdrukken of overweldigen van iemand of iets. Het wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven Spaans, met een lichte voorkeur voor mondelinge spraak.
Necesito machacar los ajos para la salsa.
(Ik moet de knoflook vermalen voor de saus.)
El jugador intentó machacar al adversario en el partido.
(De speler probeerde de tegenstander te overweldigen in de wedstrijd.)
"Machacar" wordt in verschillende idiomatische uitdrukkingen gebruikt. Hier zijn enkele voorbeelden:
Machacar la cabeza
Betekenis: Iemand blijven informeren of lastigvallen over een onderwerp.
Voorbeeld: Siempre me machacas la cabeza con tus problemas.
(Je blijft me altijd lastigvallen met je problemen.)
Machacar el corazón
Betekenis: Iemand emotioneel kwetsen.
Voorbeeld: No quería machacar tu corazón, pero tenía que decir la verdad.
(Ik wilde je hart niet breken, maar ik moest de waarheid zeggen.)
Machacar a alguien
Betekenis: Iemand volledig overtreffen, vaak in een competitie.
Voorbeeld: El equipo machacó a sus rivales en la final.
(Het team overweldigde zijn tegenstanders in de finale.)
Het woord "machacar" komt van het Spaanse werkwoord "machacar", dat zijn oorsprong vindt in het Vulgar Latijnse mānsu/cāre, wat "vermalen" of "verpletteren" betekent. De wortel van het woord is verwant aan het Latijnse "mānsu," dat "vermalen" betekent.