"Madurar" is een werkwoord in de onregelmatige stam.
/de̞.ma̞.ɾa̞ɾ/
"Madurar" betekent "rijpen" of "volwassen worden" in het Nederlands.
In het Spaans betekent "madurar" letterlijk het proces van rijpen, wat zowel kan verwijzen naar fruit dat rijp wordt als naar mensen die geestelijk of emotioneel volwassen worden. Het wordt vaak gebruikt in een brede context in zowel gesproken als geschreven taal, maar heeft een hoge frequentie in alledaagse conversaties over persoonlijke groei of ontwikkeling. Het woord kan ook figuurlijke betekenissen hebben.
La fruta necesita más tiempo para madurar.
De vrucht heeft meer tijd nodig om te rijpen.
A medida que crecemos, aprendemos a madurar.
Naarmate we groeien, leren we volwassen te worden.
"Madurar" wordt in verschillende idiomatische uitdrukkingen gebruikt, vaak gerelateerd aan persoonlijke ontwikkeling en het leven.
Hay que madurar las decisiones antes de tomarlas.
Je moet de beslissingen rijp maken voordat je ze neemt.
Con el tiempo, todos aprendemos a madurar.
Met de tijd leert iedereen volwassenen te worden.
La vida es un proceso en el que uno tiene que madurar.
Het leven is een proces waarin je moet rijpen.
Het Spaanse woord "madurar" komt van het Latijnse "māne", wat "in staat zijn" betekent, dat een associatie heeft met het idee van rijping en volwassenheid. De basis van het woord verwijst naar de staat van volwassenheid.
Synoniemen: - Crecer (groeien) - Evolucionar (evolueren)
Antoniemen: - Inmadurez (onrijpheid) - Retroceder (teruggaan)