Het woord "maduro" is een bijvoeglijk naamwoord.
De fonetische transcriptie van "maduro" met behulp van het Internationaal Fonetisch Alfabet is: [maˈðuɾo].
Het Spaanse woord "maduro" kan vertaald worden naar het Nederlands als "rijp," "volwassen," of "groot."
In het Spaans betekent "maduro" meestal "rijp" en kan het verwijzen naar zowel fruit dat rijp is om te eten als naar volwassenheid in bredere zin. Het woord wordt vaak in zowel de mondelinge spraak als in geschreven context gebruikt, hoewel de frequentie afhankelijk is van de regio en het onderwerp. In het algemeen wordt "maduro" regelmatig gebruikt in dagelijkse gesprekken, vooral in verband met voedsel en persoonlijke ontwikkeling.
La fruta está madura y lista para comer.
(Het fruit is rijp en klaar om te eten.)
Ella es una persona madura que sabe lo que quiere.
(Zij is een volwassen persoon die weet wat ze wil.)
In het Spaans zijn er verschillende idiomatische uitdrukkingen die het woord "maduro" bevatten:
Es un hombre maduro y sabe cómo manejar situaciones difíciles.
(Hij is een volwassen man en weet hoe hij lastige situaties moet hanteren.)
El momento maduro: Dit verwijst naar het juiste moment om iets te doen.
Debemos esperar el momento maduro para hacer la propuesta.
(We moeten wachten op het juiste moment om het voorstel te doen.)
Fruta madura: Dit wordt vaak gebruikt als metafoor voor iets dat klaar is of op het punt staat te gebeuren.
Het woord "maduro" is afgeleid van het Latijnse woord "maturus," wat "rijp" of "volwassen" betekent. Dit geeft aan dat de betekenis door de geschiedenis heen min of meer constant is gebleven.
Synoniemen: - Ripe (in de context van fruit) - Adulto (volwassen in menselijke termen)
Antoniemen: - Inmaduro (onrijp) - Joven (jong)
Met deze garnering van informatie over het woord "maduro" in het Spaans, is het mogelijk om de veelzijdigheid en toepassing van het woord in verschillende contexten beter te begrijpen.