Het woord "mala" is een bijvoeglijk naamwoord in het Spaans. Het is de vrouwelijke vorm van "malo", wat "slecht" betekent.
De fonetische transcriptie van "mala" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /ˈmala/.
In het Nederlands kan "mala" worden vertaald als "slecht" (vrouwelijk).
"Mala" betekent in het Spaans "slecht", "niet goed" of "onheilspellend". Het wordt gebruikt om te verwijzen naar een negatieve kwaliteit of toestand. Deze term komt vaak voor in zowel mondelinge als geschreven contexten, maar vooral in gesproken Spaans.
La comida estaba mala y no la pude comer.
(Het eten was slecht en ik kon het niet opeten.)
Su actitud era mala en la reunión.
(Haar houding was slecht in de vergadering.)
In het Spaans worden bijvoeglijke naamwoorden vaak gebruikt in uitdrukkingen. Hier zijn enkele zinnen met de uitdrukking "mala":
Ejemplo: Estuvo en casa enfermo durante semanas, definitivamente tiene una mala racha.
(Hij was wekenlang ziek thuis, hij heeft beslist een slechte periode.)
Hacer algo con mala intención.
(Iets doen met slechte bedoelingen.)
Ejemplo: Ella nunca haría algo así con mala intención.
(Zij zou zoiets nooit doen met slechte bedoelingen.)
No hay mala sin buena.
(Er is geen kwaad zonder goed.)
Het woord "mala" komt van het Latijnse woord "malus", dat eveneens "slecht" betekent. Dit is een veelvoorkomend etymologisch pad in Romaanse talen.