"Manchar" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "manchar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /manˈt͡ʃar/
De meest directe vertalingen van "manchar" zijn "vlekken" of "besmeuren". Het kan ook betekenen "vervuilen" of "bevlekken", afhankelijk van de context.
"Manchar" betekent letterlijk "vlekken" of "besmeuren". Het wordt gebruikt in verschillende contexten, vaak verwijzend naar het onopzettelijk maken van iets vuil of het bedekken van een oppervlak met een vlek. De frequentie van gebruik is redelijk hoog in zowel mondelinge spraak als geschreven taal, hoewel het waarschijnlijk vaker voorkomt in alledaagse conversaties en informele situaties.
No quiero manchar mi camisa con la salsa.
(Ik wil mijn shirt niet bevlekken met de saus.)
Si dejas caer la pintura, vas a manchar el suelo.
(Als je de verf laat vallen, ga je de vloer bevlekken.)
"Manchar" komt niet vaak voor in idiomatische uitdrukkingen, maar hier zijn enkele voorbeeldzinnen die de betekenis verder illustreren:
¡No te preocupes, puedo limpiar la mancha!
(Maak je geen zorgen, ik kan de vlek schoonmaken!)
A veces las palabras pueden manchar nuestras relaciones.
(Soms kunnen woorden onze relaties bevlekken.)
Ella siempre tiene cuidado de no manchar su reputación.
(Zij is altijd voorzichtig om haar reputatie niet te bevlekken.)
"Manchar" komt van het Latijnse woord "macula", wat "vlek" of "vuil" betekent. De evolutie van dit woord door de tijd heen heeft het behouden van de basisbetekenis, die nog steeds verband houdt met "vlek" en "bevlekken".
Dit geeft een uitgebreid overzicht van het woord "manchar".