"Manda" is een werkwoord in de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd van "mandar", wat "opdragen" of "bevelen" betekent.
De fonetische transcriptie van "manda" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is: /ˈmanda/
De vertaling van "manda" naar het Nederlands kan zijn: - (hij/zij) geeft opdracht - (hij/zij) beval
In het Spaans betekent "manda" simpelweg de actie van iemand iets opdragen of bevelen. Het wordt vaak gebruikt in contextualisering van autoriteit of instructies, zoals een leidinggevende die een medewerker een taak opdraagt. Het gebruik van "manda" is meestal meer in schriftelijke contexten te vinden, hoewel het ook in gesproken taal voorkomt, vooral in formele situaties. Het heeft een gemiddelde tot hoge gebruiksfrequentie in Chileense contexten.
El jefe siempre manda tareas a su equipo.
(De baas geeft altijd taken aan zijn team.)
Ella manda mensajes para coordinar la reunión.
(Zij stuurt berichten om de vergadering te coördineren.)
"Manda" wordt ook vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans.
Manda al carajo
Deze uitdrukking betekent "Stuur (hem/haar/het) naar de duivel" of "Verbaas je over iets negatiefs."
Voorbeeld: Cuando me gritaron, solo pensé en mandar al carajo la situación.
(Toen ze tegen me schreeuwden, dacht ik alleen maar aan de situatie naar de duivel te sturen.)
Manda el mensaje
Dit betekent "Stuur de boodschap."
Voorbeeld: Es importante que mandes el mensaje antes de la reunión.
(Het is belangrijk dat je de boodschap vóór de vergadering verstuurt.)
Manda todo al diablo
Dit betekent "Stuur alles naar de duivel." Het suggereert dat iemand alles opgeeft of achterlaat.
Voorbeeld: Después de un mal día, solo quiero mandar todo al diablo.
(Na een slechte dag wil ik alles gewoon opgeven.)
Het woord "mandar" en zijn afgeleiden, zoals "manda", stamt af van het Latijnse "mandare", wat "opdragen" of "toevertrouwen" betekent.