Het woord "manojo" is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van "manojo" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /maˈno.xo/
"Manojo" kan in het Nederlands worden vertaald als "bosje", "handvol" of "bundel". Het verwijst meestal naar een kleine verzameling of groep van dingen die samen worden gehouden.
In het Spaans betekent "manojo" een kleine groep of verzameling van voorwerpen, meestal iets dat met de hand kan worden vastgehouden, zoals een bosje bloemen of een handvol kruiden. Het gebruik van het woord is vrij frequent in zowel mondelinge als geschreven context, maar het komt vaker voor in informele gesprekken en kookcontexten. Het woord kan ook figuurlijk gebruikt worden om een kleine, maar aanzienlijke hoeveelheid van een abstract begrip aan te duiden.
"Ella compró un manojo de cilantro para la cena."
(Zij kocht een bosje koriander voor het diner.)
"El jardinero trajo un manojo de flores recién cortadas."
(De tuinman bracht een bosje net geplukte bloemen.)
"Manojo" wordt niet vaak gebruikt in idiomatische uitdrukkingen, maar er zijn wel enkele contexten waarin het voorkomt. Hier zijn een paar:
- "Manojo de nervios" - Dit betekent letterlijk "handvol zenuwen" en wordt gebruikt om te beschrijven dat iemand erg nerveus is.
- "Estaba un manojo de nervios antes de su presentación."
(Hij/zij was een handvol zenuwen voordat hij/zij zijn/haar presentatie hield.)
Het woord "manojo" komt van het Spaanse woord "mano", wat "hand" betekent. De achtervoegsel "-jo" geeft een diminutief of een verkleinwoord aan, wat past bij de betekenis van een kleine verzameling of een handvol.