"Manos" is een zelfstandig naamwoord dat het meervoud is van "mano," wat "hand" betekent in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "manos" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is: /ˈmanos/.
Het woord "manos" verwijst naar de meervoudsvorm van "hand" en wordt gebruikt om te verwijzen naar de twee handen van een persoon. In het Spaans wordt het woord vaak gebruikt in allerlei contexten, of het nu gaat om fysieke handelingen, gebaren of bij het bespreken van vaardigheden en werk.
"Manos" komt vaak voor in zowel gesproken als geschreven Spaans, en het is een veelvoorkomend woord dat vaak in alledaagse conversaties wordt gebruikt.
"De handen zijn belangrijk om te werken."
"Ella tiene manos muy delicadas."
"Manos" wordt vaak gebruikt in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans. Hier zijn enkele voorbeelden:
"Aan de slag." (letterlijk: "Handen aan het werk.")
"Manos limpias, corazón honesto."
"Schone handen, een eerlijk hart." (betekent integriteit en eerlijkheid in daden).
"Con manos de seda."
"Met fluwelen handen." (gebruikte om iemand te beschrijven die voorzichtig en tactvol is).
"A mano."
"Met de hand." (betekent iets is handgemaakt of handmatig).
"No tengo manos para eso."
Het woord "mano" komt van het Latijnse "manus," wat ook "hand" betekent. De overgang van Latijn naar Spaans heeft geleid tot de huidige vorm "mano" met het meervoud "manos."
Er zijn weinig directe antoniemen voor "manos," aangezien het een specifiek lichaamsdeel is; echter, termen als "pies" (voeten) kunnen in sommige contexten worden gezien als contrasterende termen in het spreken over lichaamsonderdelen.