"Marcar" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "marcar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /maɾˈkaɾ/.
"Marcar" kan worden vertaald als: - markeren - aanduiden - aangeven
"Marcar" betekent in het Spaans 'te markeren' of 'aanduiden'. Het wordt vaak gebruikt in verschillende contexten, zoals het markeren van een antwoord, het aanduiden van een locatie op een kaart, of het registreren van een doelpunt in sport. Het woord heeft een vrij hoge gebruiksfrequentie en is gebruikelijk in zowel gesproken als geschreven Spaans.
(Zij gaat het juiste antwoord in het examen markeren.)
Es importante marcar los lugares que quieres visitar en el mapa.
In het Spaans komt "marcar" voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
(De nieuwe directeur gaat de standaard zetten in het bedrijf.)
Marcar un gol.
(De speler hielp zijn team door een beslissend doelpunt te maken.)
Marcar territorio.
(Dieren markeren territorium om zich te beschermen tegen indringers.)
Marcar la diferencia.
Het woord "marcar" komt van het Latijnse "marcare," wat 'te merken' of 'te aanmerken' betekent. Deze etymologische oorsprong benadrukt de betekenis van het woord in de context van het markeren of aanduiden van iets.