"Marcas" is een zelfstandig naamwoord in het meervoud. Het enkelvoud is "marca".
/ˈmaɾ.kas/
In het Spaans betekent "marcas" voornamelijk "merken" en verwijst naar labels of handelsmerken die aan producten zijn gehecht. Het kan ook in andere contexten worden gebruikt, zoals "sporen" of "kenmerken". Deze term komt vaak voor in zowel mondelinge als geschreven gesprekken, vooral binnen commerciële, juridische en sociale contexten. Over het algemeen is het gebruik frequent, met een lichte voorkeur voor geschreven tekst in commerciële en juridische documentatie.
Merken van kwaliteit zijn belangrijk voor consumenten.
Hay muchas marcas competidoras en el mercado.
Hoewel "marcas" niet vaak voorkomt in idiomatische uitdrukkingen, zijn er enkele zinnen waarin het een belangrijke rol kan spelen. Hier zijn enkele voorbeelden:
Het is belangrijk dat we sporen achterlaten in het leven van anderen.
"Hacer marcas de guerra" – "Oorlogsmerktekens maken."
De oorlogsmerktekens zijn zichtbaar in veel landen.
"Marcas de tiempo" – "Tijd kenmerken."
Het woord "marca" komt van het Oudhoogduitse woord "marka", wat "grens" of "teken" betekent. In de loop der tijd heeft het woord zijn betekenis uitgebreid naar "merkteken" en "merk" in de commerciële zin.
Synoniemen: - Señales (signalen) - Etiquetas (etiketten)
Antoniemen: - Ninguna (geen) - Ausencia (afwezigheid)