marcha - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak
Diclib.com
Woordenboek ChatGPT

marcha (spaans) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak


Woordsoort

Het woord "marcha" is een zelfstandig naamwoord.

Fonetische transcriptie

De fonetische transcriptie van "marcha" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /ˈmaɾ.t͡ʃa/.

Vertaalopties voor Nederlands

Betekenis en gebruik

In het Spaans verwijst "marcha" naar een beweging of verloop, vaak in de context van een optocht of een georganiseerde loop. Het woord kan ook worden gebruikt in bredere zin, zoals in het verloop van gebeurtenissen of processen in verschillende contexten. "Marcha" wordt vaak gebruikt in zowel mondelinge als geschreven taal; de frequentie van gebruik is vrij hoog, vooral in politiek en sociale contexten.

Voorbeeldzinnen

  1. La marcha por los derechos humanos se llevará a cabo el próximo sábado.
  2. De mars voor de mensenrechten vindt aanstaande zaterdag plaats.

  3. Los estudiantes organizaron una marcha para protestar por la falta de recursos en sus escuelas.

  4. De studenten organiseerden een mars om te protesteren tegen het gebrek aan middelen in hun scholen.

Idiomatische uitdrukkingen

Het woord "marcha" wordt in verschillende idiomatische uitdrukkingen gebruikt. Hier zijn een aantal voorbeelden:

  1. A marcha forzada - "Op gedwongen wijze"
  2. Se hicieron reformas a marcha forzada sin consultar a la población.
  3. De hervormingen werden op gedwongen wijze doorgevoerd zonder de bevolking te raadplegen.

  4. Marchar al compás - "In sync marcheren"

  5. Todos los soldados deben marchar al compás durante el desfile.
  6. Alle soldaten moeten in sync marcheren tijdens de parade.

  7. Marcha atrás - "Terugmarcheren" of "terugkomen op"

  8. El gobierno decidió hacer marcha atrás en su decisión original sobre el proyecto.
  9. De regering besloot terug te komen op haar oorspronkelijke besluit over het project.

  10. Marchar en fila - "In een rij marcheren"

  11. Los estudiantes marcharon en fila hacia el auditorio.
  12. De studenten marcheerden in een rij naar het auditorium.

Etymologie

Het woord "marcha" komt van het Latijnse "marcha", wat ook verwijst naar een mars of weg. Dit is gerelateerd aan "marcare", dat "teken" of "markeren" betekent, een verwijzing naar het volgen van een pad of route.

Synoniemen en antoniemen

Synoniemen: - Paseo (wandeling) - Desfile (parade) - Avance (vooruitgang)

Antoniemen: - Parada (stop) - Detención (detentie) - Inmovilidad (stilstand)



22-07-2024