"Marido" is een zelfstandig naamwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "marido" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /maˈɾiðo/.
"Marido" betekent "echtgenoot" of "man" in de context van een huwelijk. Het wordt gebruikt om te verwijzen naar een man die in een wettelijke of formele relatie is met een vrouw. Het woord komt vaak voor in zowel gesproken als geschreven Spaans, en het wordt in allerlei contexten gebruikt, van formele juridische documenten tot alledaagse gesprekken.
Mi marido trabaja en una oficina.
(Mijn echtgenoot werkt op een kantoor.)
Voy a presentar a mi marido a mis amigos.
(Ik ga mijn man aan mijn vrienden voorstellen.)
"In Spanje en andere Spaanstalige landen kan 'marido' voorkomen in diverse uitdrukkingen en gezegden. Deze uitdrukkingen reflecteren vaak sociale, culturele of relationele betekenissen."
Detrás de un gran hombre hay una gran mujer, y detrás de un gran marido, hay una gran esposa.
(Achter een grote man staat een grote vrouw, en achter een grote echtgenoot staat een grote echtgenote.)
Un marido no se elige, se acepta.
(Een echtgenoot kies je niet, die accepteer je.)
El amor de un marido es un regalo que nunca se puede devolver.
(De liefde van een echtgenoot is een cadeau dat je nooit kunt teruggeven.)
Het woord "marido" is afgeleid van het Latijnse "maritus", wat "echtgenoot" of "man" betekent. Deze oorsprong geeft aan dat het woord al gedurende lange tijd in de cultuur van de Romaanse talen wordt gebruikt om de rol van de man in het huwelijk te beschrijven.
Synoniemen:
- Esposo (echtgenoot)
- Compañero (partner)
Antoniemen:
- Esposa (echtgenote)
- Soltero (vrijgezel)
Dit biedt een uitgebreid overzicht van het woord "marido" in de context van de Spaanse taal.