Het Spaanse woord "matar" is een werkwoord.
De fonetische transcriptie van "matar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /maˈtaɾ/.
Het woord "matar" betekent in het Nederlands "doden". Afhankelijk van de context kan het ook worden vertaald als "vermoorden" of "slachten".
In het Spaans betekent "matar" in de kern het beëindigen van het leven van een wezen, doorgaans in de betekenis van moord of doden. Het kan in zowel formele als informele contexten worden gebruikt, maar heeft vaak een sterke emotionele lading. Het is veelvuldig in geschreven en gesproken taal te vinden, met een iets hogere frequentie in geschreven contexten zoals literatuur en nieuwsartikelen, die vaak met geweld en criminaliteit te maken hebben.
Vertaling: De man werd beschuldigd van het doden van zijn vrouw.
Zin: No deberías matar a un animal solo por diversión.
"Matar" komt voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen in het Spaans, die vaak figuurlijke betekenissen hebben.
Zin: La mafia se encargó de ejecutar al traidor.
Matar dos pájaros de un tiro (twee vliegen in één klap doden)
Zin: Con este proyecto, matamos dos pájaros de un tiro.
Matar el tiempo (de tijd doden)
De oorsprong van het werkwoord "matar" ligt in het Latijnse "mānāre", wat "vloeien" of "stromen" betekent, maar de definitieve vorm en betekenis evolueerden in het Oud-Spaans naar "matar".
Dit maakt "matar" een krachtig en veelomvattend woord dat in diverse contexten kan worden toegepast, zowel letterlijk als figuurlijk.