Het woord miedo is een zelfstandig naamwoord.
De fonetische transcriptie van miedo in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /ˈmjɛ.ðo/.
Het woord miedo vertaalt naar angst of vrees in het Nederlands.
Miedo betekent angst of vrees en wordt gebruikt om een emotie of gevoel van onbehagen aan te duiden dat kan voortkomen uit een waargenomen dreiging of gevaar. Dit kan zowel fysieke bedreigingen omvatten als psychologische angsten. In het Spaans wordt het woord vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven contexten, hoewel het kan opvallen dat het vaker voorkomt in gesproken taal in emotionele gesprekken.
Siento miedo cuando estoy solo en casa.
(Ik voel angst als ik alleen thuis ben.)
El miedo puede paralizar a las personas.
(Angst kan mensen verlammen.)
No hay razón para tener miedo en esta situación.
(Er is geen reden om angst te hebben in deze situatie.)
In de Spaanse taal komt miedo vaak voor in verschillende idiomatische uitdrukkingen:
Dar miedo
Betekenis: Iets dat angstaanjagend is of angst veroorzaakt.
Ejemplo: La película que vimos anoche realmente da miedo.
(De film die we gisteravond zagen, was echt angstaanjagend.)
Tener miedo a
Betekenis: Bang zijn voor iets.
Ejemplo: Ella tiene miedo a las alturas.
(Zij is bang voor hoogtes.)
Miedo escénico
Betekenis: Podiumangst of de angst om op te treden voor publiek.
Ejemplo: Muchos actores sufren de miedo escénico antes de presentar su obra.
(Veel acteurs hebben podiumangst voordat ze hun stuk opvoeren.)
No tener miedo
Betekenis: Geen angst hebben of moedig zijn.
Ejemplo: A pesar de los peligros, decidimos no tener miedo.
(Ondanks de gevaren besloten we geen angst te hebben.)
Het woord miedo komt van het Latijnse woord metus, wat angst of vrees betekent. Het heeft zijn weg gevonden naar de moderne Romaanse talen, waaronder het Spaans.
Synoniemen: - Temor (vrees) - Pánico (paniek) - Ansiedad (angst)
Antoniemen: - Valentía (moed) - Coraje (dapperheid) - Seguridad (zekerheid)