Het woord "momo" is een zelfstandig naamwoord.
[momo]
In het Spaans wordt "momo" vaak gebruikt om te verwijzen naar een naïef, dom of onhandig persoon. Het kan ook in de context van kinderachtige of onvolwassen gedragingen worden gebruikt. De gebruiksfrequentie van het woord is gemiddeld, en het klinkt meer in informele of mondelinge spraak dan in formele of geschreven context.
Él es un momo que siempre se ríe en los momentos serios.
Hij is een momo die altijd lacht in serieuze momenten.
No seas momo, presta atención a lo que te dicen.
Wees geen momo, let op wat ze je zeggen.
"Momo" wordt soms ook in idiomatische uitdrukkingen of informele uitdrukkingen gebruikt, vooral in gesprek tussen vrienden of in een humoristische context.
A veces, me siento como momo en una charla intelectual.
Soms voel ik me als een momo in een intellectuele discussie.
No hagas el momo, entiende la situación antes de hablar.
Maak jezelf niet belachelijk, begrijp de situatie voordat je praat.
Ese chico solo hace bromas, parece un momo en una reunión seria.
Die jongen maakt alleen maar grappen, hij lijkt een momo op een serieuze bijeenkomst.
De oorsprong van het woord "momo" is onzeker, maar het kan afgeleid zijn van termen in verschillende talen die vergelijkbare betekenissen van domheid of onhandigheid hebben. Bovendien kan het in sommige contexten ook worden geassocieerd met een folkloristisch figuur die mensen probeert te bedriegen of te misleiden.
Synoniemen: tonto, bobo, ingenuo.
Antoniemen: inteligente, astuto.
"Momo" is een kleurrijk woord in het Spaans dat een levendige en informele manier biedt om te verwijzen naar de eigenschappen van onhandigheid of eenvoudigheid bij personen.