Het woord "mudo" is een zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijk naamwoord.
/muðo/
In het Spaans verwijst "mudo" naar iemand die geen geluid kan maken, meestal als gevolg van het ontbreken van spraakvermogen. Het is ook een ouderwets begrip dat soms wordt gebruikt om een persoon aan te duiden die doof is, hoewel de term "sordo" gebruikelijker is in de moderne taal. "Mudo" kan in zowel gesproken als geschreven taal worden gebruikt, maar het verschilt in frequentie afhankelijk van de context. Het komt vaker voor in geschreven contexten, zoals in juridische of medische documenten.
Het kind is doof en communiceert met gebarentaal.
La ley protege los derechos de las personas mudas.
In de Spaanse taal komt "mudo" in enkele idiomatische uitdrukkingen voor. Hier zijn voorbeelden:
"Veeleisender dan een vis." (Betekent zeer stil zijn, in de zin van absoluut zwijgend.)
"Mudo como una tumba."
"Stil als een graf." (Wordt gebruikt om iemand te beschrijven die zeer geheimzinnig of stil is.)
"Hacer mudo a alguien."
Tijdens de vergadering was Juan stiller dan een vis.
Cuando se enteró del secreto, se volvió mudo como una tumba.
Toen hij het geheim hoorde, werd hij stil als een graf.
La broma en clase hizo mudo a Pedro por un rato.
Het woord "mudo" komt van het Latijnse "mutus," wat "zwijgend" of "doof" betekent. Dit heeft zijn weg gevonden in verschillende Romaanse talen en heeft een vergelijkbare betekenis behouden.
Synoniemen: - Sordo (doof, hoewel deze meer betrekking heeft op het niet kunnen horen)
Antoniemen: - Hablante (gespreksvaardig of spraakzaam) - Sonoro (geluidvol)
Het gebruik van "mudo" in het Spaans is dus veelzijdig en varieert afhankelijk van de context en nuance.