"Multiplicar" is een werkwoord in het Spaans.
De fonetische transcriptie van "multiplicar" in het Internationaal Fonetisch Alfabet (IPA) is /mul.tipiˈklaɾ/.
"Multiplicar" betekent "vermenigvuldigen" in het Nederlands.
"Multiplicar" verwijst naar de wiskundige bewerking waarbij twee of meer getallen worden samengevoegd om een product te vormen. Het wordt vaak gebruikt in wiskundige contexten, maar ook in dagelijks gesprek wanneer men het heeft over verhoudingen, schattingen of uitbreidingen van hoeveelheden. Het woord "multiplicar" wordt vaak gebruikt in geschreven teksten, zoals wiskundeboeken, maar ook in mondelinge communicatie, vooral onder leerlingen en studenten.
Voorbeeldzinnen:
- Es importante saber cómo multiplicar para resolver problemas de matemáticas.
(Het is belangrijk om te weten hoe te vermenigvuldigen om wiskundeproblemen op te lossen.)
"Multiplicar" wordt in het Spaans niet specifiek in idiomatische uitdrukkingen gebruikt, maar er zijn enkele zinnen die het woord vaak bevatten:
Nueve por ocho multiplica a setenta y dos.
(Negen keer acht vermenigvuldigt tot tweeënzeventig.)
En este negocio, si no multiplicas tus esfuerzos, no verás resultados.
(In dit bedrijf, als je je inspanningen niet vermenigvuldigt, zul je geen resultaten zien.)
Multiplicar la diversión significa hacer más actividades al aire libre.
(Vermenigvuldigen van het plezier betekent meer buitensporten doen.)
Het werkwoord "multiplicar" is afkomstig van het Latijnse woord "multiplicare", dat "vermenigvuldigen" betekent, samen met het voorvoegsel "multi-" wat "veel" betekent en "plicare" wat "vouwen" of "verpakken" betekent, wat de handeling van het combineren van meerdere eenheden impliceert.
Synoniemen: - Aumentar (verhogen) - Incrementar (vermeerderen)
Antoniemen: - Dividir (delen) - Reducir (verkleinen)